Inhoud – Opleiding Ambulant Begeleider
De opleiding Ambulant Begeleider bestaat uit de volgende 8 modules:
Module 1 – Jouw ontwikkeling tot ambulant begeleider
In de eerste module maak je kennis met drie ambulant begeleiders: Esther, Karin en Bryan. Zij vertellen over hun dagelijkse werk én welke kwaliteiten zij belangrijk vinden voor een goede ambulant begeleider. Welke competenties? Hoe kun je die ontwikkelen? Uiteindelijk komen ze tot zes pijlers waarop zij vinden dat het werk is gebaseerd: goed kunnen samenwerken, communiceren, plannen en organiseren. Daarnaast is kennis van wet- en regelgeving belangrijk én zul je volgens bepaalde protocollen en voorschriften moeten werken. Dat noem je kwaliteitsbewust werken. Tenslotte zul je in complexe situaties terechtkomen waarin je het hoofd koel moet kunnen houden. In de modules 2 t/m 8 ga je hier vervolgens mee aan de slag.
Module 2 – Samenwerken
Als ambulant begeleider sta je vaak alleen bij de cliënt, thuis of waar die zich op dat moment bevindt, maar je werkt ook met heel veel mensen samen. Bijvoorbeeld het wijkteam, een team van de organisatie waarvoor je werkt. Je werkt ook samen met de naasten van een cliënt en bijvoorbeeld de buurt. Pas als een samenwerking niet soepel loopt, kan de gehele begeleiding in gevaar komen. Hoe kun je een samenwerking zo laten verlopen dat het probleemloos, bijna als vanzelf, gaat? Waar moet je op letten? Wat kun je aanpassen in jouw houding of gedrag? Hoe kun je agressief gedrag ombuigen? Dat alles komt aan de orde in deze module.
Module 3 – Professioneel communiceren
Na een korte introductie in de theorie van professionele communicatie maak je kennis met geweldloze of verbindende communicatie. Communiceren zonder oordelen, wat des te belangrijker is als je als ambulant begeleider aan de slag gaat met mensen die soms hun hele leven al worden beoordeeld en veroordeeld. Je krijgt te maken met alle culturen die in Nederland wonen, werken en leven. Kennis van interculturele communicatie is essentieel om goede begeleiding te kunnen geven, ook dat komt uiteraard ter sprake. De module wordt afgesloten met een relatief nieuwe vorm van begeleiding bij hulpvragen, namelijk die van storytelling. Een prachtige methode om via het vertellen van verhalen bewustzijn en begrip te kweken tussen generaties en ook bijvoorbeeld tussen buurtgenoten.
Module 4 – Plannen en organiseren
Als ambulant begeleider hou je je vaak bezig met cliënten die moeite hebben met plannen en organiseren. Hoe staat het eigenlijk met je eigen vaardigheden op dit gebied? Je leert onder andere hoe je gestructureerd aan een project kunt werken. Je leert hoe je goede doelstellingen formuleert en van daaruit een activiteitenplan opstelt, met een goed werkschema. En dan moet je je er ook nog aan houden. Daarom komen diverse ‘afleiders’ aan bod. wat dacht je van FOMO (fear of missing out) het continue afgeleid worden door bijvoorbeeld sociale media. Last but not least in deze module: hoe ga je met een crisis om, want die kun je toch niet plannen? Of wel?
Module 5 – Kwaliteitsbewust werken – wet- en regelgeving
Wees gerust, je hoeft geen wet- en regelgeving uit je hoofd te leren. Dit alles is openbaar en dus na te zoeken. Het is wél belangrijk dat je je werk doet binnen de kaders van die wet- en regelgeving. Niet in het minst omdat je cliënt bijvoorbeeld de kosten voor begeleiding slechts kan declareren als jij op de juiste manier je administratie voor elkaar hebt. Zo grijpen wet- en regelgeving, financiering van zorg en welzijn en jouw specifieke werkzaamheden als ambulant begeleider op elkaar in. Via casuistiek en zelfinzichtopdrachten ga je aan de slag met de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe adviseer jij bijvoorbeeld een cliënt om een verbouwing in huis aan te pakken, zodat hij (met begeleiding, ook gefinancierd uit diezelfde wet) thuis kan blijven wonen en niet naar een verpleeghuis hoeft?
Module 6 – Kwaliteitsbewust werken – borging van kwaliteit
Je kunt nog zoveel wetten en regels naleven of kwaliteitssystemen optuigen, als de cliënten niet tevreden zijn over de begeleiding klopt er iets niet. Een manier van het borgen van kwaliteit is de aandacht die een organisatie besteedt aan een goede cliëntenbetrokkenheid. Dit uit zich via een cliëntenraad en via de mogelijkheid van inspraak en het goed opvolgen van klachten. De basis zou moeten zijn dat elke klacht een mogelijkheid is voor verbetering. Soms sta je als begeleider voor ingewikkelde vraagstukken, welke keuze je ook maakt, het antwoord zal nooit voor alle partijen bevredigend zijn. Zoiets noem je een dilemma. In deze module wordt daarom de werkvorm ‘moreel beraad’ behandeld, daarin bespreek je dilemma’s met collega’s.
Module 7 – Analytisch denken en doen
Het klinkt misschien saai, iets met analyses maken, maar dat is het zeker niet! Als ambulant begeleider maak je een analyse van de leef- woon- of gezondheidssituatie van mensen. Je krijgt daarvoor in deze module een handig instrument aangereikt. Ook ga je in deze module aan de slag met het stapsgewijs werken aan het herstel van de cliënt. Herstel van vertrouwen, herstel in eigen kracht. Dat kan een cliënt niet alleen, dat doet hij samen met de buurt, met mantelzorgers en professionals. Via een indringende documentaire zie je hoe professionals in een grote stad herstelgericht werken met mensen met problemen in hun huishouden en bij de zelfzorg. In de module komt een uitgebreide casus aan de orde. Je gaat diverse opdrachten maken. Zo werk je stapje voor stapje aan jouw ontwikkeling als ambulant professional.
Module 8 – Omgaan met complexe situaties en vraagstukken
Des te meer ervaring je opbouwt, met des te complexere vraagstukken je te maken kunt krijgen. In deze module maak je kennis met de aanpak van een FACT-team. Deze aanpak kenmerkt zich door een enorme flexibiliteit en cliëntgerichtheid. Je kunt het zien als top ambulante zorg. Jij zult nu nog niet op dat niveau zitten. En de vraag is ook: waar wil je je als ambulant begeleider op gaan richten? Je leert jezelf daarom vragen stellen als: hoe ga ik om met complexe situaties en vraagstukken? Wat doet het met mij als ambulant begeleider? Welke keuzes maak ik? Wat is mijn rol? En ook: wat is mijn rol, of taak, niet? Via reflecteren op je handelen en dit bespreken in intervisie kun je groeien in je werk. Je hebt na 8 modules flink wat handvatten. Aan jou de keus hoe daar mee aan de slag te gaan in deze prachtige functie!